Het Reinheitsgebot is de bekendste wet die de ingrediënten van bier voorschrijft. Deze wet is op 23 april 1516 uitgevaardigd door Hertog Wilhelm IV van Beieren. Volgens het Reinheitsgebot mag voor het brouwen van bier uitsluitend gerst, hop en water worden gebruikt. Gist wordt niet genoemd, omdat toen nog niet bekend was dat dit bestond. Het gebruik van kruiden en vruchten is niet toegestaan.
Het Reinheitsgebot is een van de redenen waarom de biercultuur in andere landen zoveel afwijken van die in Duitsland. Wilhelm IV had een paar doelstellingen met de wet: zo kon hij het gebruik van gevaarlijke kruiden tegengaan om zo de consument te beschermen. Bovendien kon hij op deze manier de prijs van bier beïnvloeden en ervoor zorgen dat er voldoende tarwe en haver beschikbaar bleef voor het bakken van brood.
Het Reinheitsgebot werd pas in 1987 ingetrokken, hoewel veel Duitse brouwers nog steeds volgens deze wet brouwen, omdat de consument er nog vaak om vraagt.